Tips&Tricks #7 – De ideale lijn?

De ideale lijn, wat is dat… waar ligt hij… wat voor doel dient hij…
Een veel besproken onderwerp op, of eigenlijk naast, de circuits is dè ideale lijn. Iedereen die ook maar een klein beetje van racen weet, weet dat “de” ideale lijn van buiten naar binnen naar buiten loopt. Iedereen die zich wat verder heeft verdiept in dit fenomeen weet dat er niet één specifieke ideale lijn bestaat. Zelfs op het aller hoogste niveau gebruiken de diverse coureurs andere ideale lijnen, afhankelijk van rijstijl, motorfiets en omstandigheden.

Tengtools, Racingbikes, Trunkbody media, Flevohost, , Stickerloods, UK-Bikeparts, JFB-Racing

Ik zal proberen om aan de hand van een voorbeeld de parameters te beschrijven die van belang zijn voor een rechterbocht, met als voorbeeld de Tarzanbocht op Zandvoort.
Relatief gezien is dè ideale lijn een lijn die zo ver mogelijk aan de linkerkant van de baan loopt, vlak langs de witte lijn die het einde van het asfalt markeert. Het werkelijke instuurpunt ligt daar, waar de radius van de bocht begint ( in geval van dit voorbeeld van de Tarzanbocht). In veel gevallen zal men direct naar de binnenkant van de bocht sturen, want dat is toch immers van buiten naar binnen. Op de motor zal dit echter betekenen dat je veel te lang onder hellingshoek komt te liggen, wat weer inhoudt dat je lang (er) moet wachten totdat je weer echt het gas kan gaan openen. Wat je liever wilt doen, is een lijn rijden waarmee je zo laat en zo ver mogelijk de bocht in, de binnenkant snijd, oftewel de apex raakt
Doe je dit goed, dan zal je vanaf de apex een lijn kunnen rijden die je in staat stelt om de motor op te richten en tegelijkertijd het gas kan openen
Diezelfde lijn, stelt je daarmee dan dus ook in staat om eerder en langer volgas te rijden, waardoor je met meer snelheid bij de volgende bocht arriveert.

Het relatieve deel van dè ideale lijn, is dat deze ook afhankelijk is van de hoeveelheid grip, vermogen en gewicht die jouw motorfiets heeft.
Wie naar motorsport op tv kijkt, heeft vast wel eens gehoord dat de moto3 coureurs in het midden van de bocht een hogere bochtensnelheid hebben dan de MotoGP coureurs. Tevens rijden de lichtere klassen veel ‘rondere’ lijnen, terwijl de zwaardere en veel krachtigere motorfietsen een meer hoekige lijn rijden die ze in staat stelt om sneller de bocht uit te kunnen accelereren.
Er is dus een relatie tussen vermogen en gewicht ten opzichte van ronde en hoekige lijnen. Wat je daarbij ook zou kunnen concluderen, is dat hoe meer vermogen, hoe dieper in de bocht de apex.

Motorcentrum Almere, Flevohost, Stickerloods, JFB-Racing, Motorcircuittraining MCT

Wanneer je bochtencombinaties, zoals chicanes voor de kiezen krijgt, is het zaak om de laatste bocht zo goed mogelijk uit te komen. Dit betekent dat je de voorgaande bochten “opoffert” om de lijn in de laatste bocht van de serie zo optimaal mogelijk te kunnen kiezen om daar het snelst uit te accelereren. Voorbeeld van een dergelijke combinatie is de Villeneuve chicane op het circuit van Zolder. Wil je de laatste rechtse bocht het snelst uit komen, zul je de eerste rechtse en opvolgende linkse bocht op moeten offeren. Uit de linkse bocht wil je dus zo ver mogelijk naar links uitkomen, om jezelf daar zo veel mogelijk ruimte mee te geven om de laatste rechtse bocht in te sturen en dus ook weer zo veel mogelijk ruimte te hebben om zo vroeg mogelijk op het gas te gaan tijdens het oprichten na het snijpunt.

https://www.circuit-zolder.be/het-circuit/

Samenvattend zijn vermogen (en gewicht) dus van belang op jouw ideale lijn. Het doel van de ideale lijn die je rijd dient er op gericht te zijn om zo snel mogelijk een bocht uit te komen.
Om een MotoVudu quote te gebruiken:
“It’s not about who’s first on the gas, it’s about who gets full gas first.”