Maandag 29 juni was het zover, ook JFB-Racing heeft weer eens wat meters gemaakt. Afgelopen winter hebben we nog wat laatste aanpassingen gedaan aan de R1 en nu de corona maatregelen dermate versoepeld waren, hebben we ervoor gekozen om op het circuit van Zandvoort te gaan testen en überhaupt onze eerste meters van het jaar op de R1 te maken.
Bijkomend voordeel was dat we ook gelijk de nieuwe layout van het Formule 1 circuit konden uitproberen. De Hugenholtz, Audi-S / Hans Ernst en de Luyendijk zijn in de winter van meer asfalt en verkanting voorzien.
Daarbij bleek dat er een test gaande is, om met de motoren ook volle bak door de Rob Slotemaker bocht heen te blaffen, in plaats van via de GP-Chicane de Slotemaker bocht in te rijden.
Persoonlijk heb ik nooit moeite gehad met de GP-chicane, maar het circuit gewoon rijden zoals het bedoeld is levert wel een veel vloeiendere baan op.
Een nadeel kan echter zijn dat de snelheid vele malen hoger ligt, dan dat deze natuurlijk in de GP-Chicane is. Daar waar je voorheen terugging naar de 2e versnelling om linksaf naar de Slotemaker bocht te rijden, ga je nu in zijn 5e versnelling met een gangetje van ca. 180 km/u linksaf en kost het omgooien naar rechts wat meer moeite door die hoge snelheid.
Om jullie een idee te geven zal ik een uitgebreid verslag van de ronde schrijven:
We komen start/finish over, met de R1 zo’n 260 km/u. Helaas zijn er nog geen afstandsborden tot de bochten, dus je moet zelf naar referenties zoeken. De start/finish lijn is een goede referentie waar je vandaan kunt werken. Vervolgens gaan we remmen en terug naar de 2e versnelling voor de Tarzan bocht. De bocht op zich is niet veranderd, echter loopt de pitsuitgang nu achter de muur die aan de binnenkant staat, terwijl er voorheen nog gras lag. Uitkomen Tarzan door naar 3 en goed naar links mikken voor het aansnijden van de Gerlach bocht, die hetzelfde is als de vorige situatie. Maar dan rijd je richting een muur van asfalt wat nu de Hugenholtz is. Voorheen al een flinke kombocht, maar nu de overtreffende trap. Terug naar 2 en opletten bij het “inrijden” van de verkanting, want je rijd een soort richel over de bocht in. Onderin de Hugenholtz is het vlak, maar zodra je op de uitgang gericht bent voel je compressie in de veren en rijd je weer de verkanting in. De Hunzerug over is hetzelfde, alleen is de Toyota bocht weg, waarmee je het korte circuit kon rijden.
De Hunzerug over rechts houden, zodat je de snelle linker goed aan kan snijden (de bocht heeft nog geen naam, maar de Verstappenbocht zou denk ik een mooie zijn. Voorheen ging je hier remmend in en terug naar 2 voor de GP-chicane. Nu snij je de bocht aan in z’n 5, met ca. 180km/u. Knie aan de grond en goed mikken op de Rob Slotemaker bocht, die je absoluut aan de binnenkant wilt raken. Voornaamste rede is de lichte knik naar rechts in het asfalt, achter de top van de heuvel, voordat je het Scheivlak in vliegt.
Ook hier kom je natuurlijk heel anders aan, voorheen kon je hier alleen het gas dichtdraaien als je de GP-Chicane had gehad, maar nu moet je iets afremmen en van 5 terug naar 4 om de bocht te halen. Het Scheivlak zelf is niet veranderd.
Voor de Marlboro/Masters bocht ga je terug naar 3 en zit aan de binnenkant nog steeds de kuil op de apex. Vervolgens uit accelereren naar de Renault bocht, waarvoor je terug naar 2 gaat. Deze bocht snijdt je zo wijd mogelijk aan, zodat je zo lang mogelijk kan accelereren naar de 2e versnelling Vodafone bocht, die ook niet is veranderd.
Uitkomen Vodafone het rechte stuk heuvel op, door naar 4 en op de top remmen en terug naar 2 voor de Audi-S/Hans Ernst chicane. Gevoelsmatig is alleen de verkanting in de linkse bocht hier veranderd, de lijn lijkt dezelfde gebleven. De rechtse knik snijd je wijd aan, zodat je genoeg ruimte hebt om de linkse bocht in de verkanting goed aan te snijden.
Lang wachten met gas opbouwen, want de bocht draait relatief ver terug. Bij het uitkomen rijd je ook echt de verkanting weer af aan de buitenkant van de baan. Kort accelereren naar de Kumho bocht, die ook hetzelfde is gebleven. Maar dan de Arie Luyendijk bocht, ook hier een muur van asfalt. De baan is hier zo schuin, dat als je te langzaam rijdt, je naar de onderkant van de baan zakt en er zelfs vanaf schiet, het gras in. Op racesnelheid gaat het goed. Uitkomen Kumho stevig op het gas en een short shift door naar 5. Omdat de bocht zo schuin ligt, zit je veel minder snel aan de limiet op de voorkant. Bij het uitkomen rijd je ook hier aan de buitenkant weer de verkanting af. Hier staat tevens ook de geluidspaal aan de rechterkant.
Conclusie: De aanpassingen zijn naar mijn mening een hele verbetering voor het circuit. Voorheen was het circuit wat meer stop&go, maar met het vervallen van de GP-chicane ontstaat er een snelle en vloeiende baan.
De Hugenholtz is zo breed en hoog dat je naar mijn inschatting niet de muur zal halen als je in het midden van de bocht onderuit zou gaan.
De “Verstappen” bocht en de Slotemaker bocht zijn bloedsnel en hier moet je wel zorgen dat je lijnen goed zijn, omdat het door de hoge snelheid ook wel technisch word.